MV Mi Amigo
De MV Mi Amigo (Spaans: Mijn Vriend) was van origine een vrachtschip, dat later internationaal bekend werd als zeezender.
Historie
Margarethe
Het schip werd gebouwd als een driemaster schoener door Deutsche Werke Kiel in 1921. De SS Margarethe, zoals het schip werd genoemd, was 29,46 meter lang, 7,04 meter breed en had een diepte 2,87 meter. Het totale gewicht was op dat moment 129 ton. Ernst Simon AG was de eerste eigenaar en voer er mee langs verschillende Baltische havens met stukgoed. In 1927 werd zij verkocht aan Heinrich Koppelmann die het schip hernoemde en de naam gaf van zijn vrouw: Olga.
Olga
In 1928 werd ze versterkt en werd een viercilindermotor geïnstalleerd. Het gewicht nam toe tot 159 BRT. Een van haar houten masten werd vervangen door een stalen mast. Olga had Hamburg als haven van registratie.
In 1936 werd Olga verlengd en een nieuwe Klockner-Humboldt dieselmotor gemonteerd (zes cilinders van 8 11/16 inch (22 cm) diameter bij 14 3/16 inch (36 cm) slag) (82.1L of 5.011 kubieke inch ), en de lengte van de boot werd verhoogd tot 33,91 meter door een nieuw middengedeelte toe te voegen.
Op 5 juni 1941 werd Olga gevorderd door de Kriegsmarine en diende als hulpschip op basis van Putlos. Op 18 november 1943 werd Olga ontmanteld en teruggebracht naar haar eigenaar. Toen Heinrich Koppelmann was overleden, ging het eigendom over op zijn weduwe. In 1951 werd Olga opnieuw verlengd.
Ze werd in 1959 verkocht. Haar nieuwe eigenaars waren van plan haar in een drijvend radiostation te veranderen. Het werk werd uitgevoerd door Norderwerft, Hamburg. Olga arriveerde op 31 mei 1960 op de scheepswerf. Haar bagageruimte van 271 m3 werd verbouwd tot studio's. Oorspronkelijk was het de bedoeling om twee 38 meter hoge radiomasten te installeren, maar er werd er uiteindelijk maar één geplaatst. Het schip werd rond deze tijd omgedoopt tot Bon Jour en ze werd omgevlagd naar Nicaragua.
Bon Jour
Op 10 augustus 1960 ontving Norderwerft een brief met de mededeling dat het illegaal was om een radiostation te installeren, repareren of bedienen zonder toestemming van de regering op grond van een wet die in 1930 was aangenomen. De Bon Jour werd vervolgens naar Langelinie in Denemarken gevaren waar de mast werd geïnstalleerd, evenals twee 10 kW-zender gemaakt door Continental Electronics, Dallas, Texas. De zenders zijn vanuit de Verenigde Staten ingevlogen als onderdelen en geassembleerd in Kopenhagen.
Op 20 december 1960 vertrok de Bon Jour vanuit Kopenhagen richting Stockholm, Zweden. Tijdens deze reis raakte een deel van de mast los en wordt het schip verankerd bij Gotska Sandön waar de mast werd gerepareerd. Op 23 december kwam het schip in een storm terecht. Een vissersvaartuig vond haar de volgende dag en op 25 december 1960 verliet de bemanning Bon Jour omdat ze vreesden dat de mast zou instorten. Ze werden per loodsboot naar Sandhamn gebracht. Op 26 december 1960 bracht de bergingssleepboot Neptune de bemanning terug naar Bon Jour. De volgende dag sleepte de Neptunus de Bon Jour naar Sandhamn. Er werd gesuggereerd dat het schip naar Lidingö moest worden gebracht voor reparaties, maar bij aankomst werd ontdekt dat de scheepswerf aldaar zes maanden eerder was gesloten. Reparaties werden daarom uitgevoerd door de Crichton-Vulcan scheepswerf, Turku, Finland. Het werk moest op zee worden uitgevoerd, aangezien de Finse overheid druk uitoefende op de werf om de klus niet uit te voeren.
De reparaties werden voltooid op 4 februari 1961 en het schip voer naar Ornö, Zweden, waar zij op 6 februari 1961 aankwam. Op die dag kwam er een storm opzetten en werd er een luide knal uit de mast gehoord. De noodzakelijk reparatie aan de isolatoren in de mast werden de volgende dag op de Finnboda-scheepswerf uitgevoerd. Op 21 februari 1961 voer de Bon Jour naar haar ankerplaats en begon het uit te zenden als Radio Nord. Na enkele dagen moest de Bon Jour terugkeren naar Finnboda voor verdere reparatiewerkzaamheden. Op 1 maart 1961 keerde zij terug op haar ankerplaats.
Op 2 maart 1961 keurde de Zweedse regering een wet goed die de confiscatie mogelijk maakt van uitzendapparatuur van elk schip dat zich in Zweedse wateren bevind. Vervolgens werd er druk uitgeoefend op de Nicaraguaanse regering om de registratie van het schip in te trekken. Op 8 maart 1961 werd er vanaf de Bon Jour begonnen met uitzenden als Radio Nord. Dit vond plaats vanuit internationale wateren voor de kust van Stockholm. De programma's van Radio Nord werden meestal vooraf aan land opgenomen. De bevoorrading vond plaats vanuit de Zweedse kustplaats Nynäshamn.
Magda Maria
De Bon Jour werd omgevlagd naar Panama en omgedoopt tot Magda Maria. Op 6 december 1961 werd het schip getroffen door een zware storm en zonk bijna. De volgende dag werd ze opgebracht naar Sandhamn, Zweden, voor reparaties van onder andere een kapotte mast. Haar uitzendapparatuur werd niet geconfisceerd, omdat werd erkend dat het binnenlopen van de haven een noodsituatie was. Op 8 maart 1961 keerde de Magda Maria terug naar haar ankerplaats.
Radio Nord stopte met uitzenden op 30 juni 1962. Er was in Zweden een wet aangenomen die Zweden verboodt om zendschepen te bevoorraden of om op te adverteren. Deze wet zou naar verluidt zijn ingebracht om Sovjetpropaganda-schepen te ontmoedigen voor de Zweedse kust. Een soortgelijke wet werd tegelijkertijd door Denemarken aangenomen; beide zijn in werking getreden op 1 augustus 1962. De Deense zeezender Radio Mercur beëindigde haar uitzendingen op 31 juli 1962. Omdat Radio Nord een maand eerder was gestopt met uitzenden was zij de eerste zeezender die als gevolg van overheidswetgeving het zwijgen werd opgelegd.
Op 4 juli 1962 voer de Magda Maria naar Ferrol, Spanje, waar ze op 2 augustus 1962 aankwam voor een onderhoudsbeurt. Het schip werd vervolgens te koop aangeboden.
Mi Amigo
Magda Maria werd wederom hernoemd naar Mi Amigo. Ze verliet Ferrol op 14 september 1962 en zette koers naar de monding van de Theems, waar ze een aantal testuitzendingen maakte als Radio LN op 306 meter. Daarna vertrok de Mi Amigo naar Oostende, België, en vervolgens naar Vlissingen, Nederland, waar ze op 11 januari 1963 aankwam. Ze vertrok op 15 januari 1963 uit Vlissingen en werd vervolgens gemeld dat ze op 19 januari in Brest, Frankrijk, moest binnenlopen voor reparaties aan haar stuurinrichting. Op 26 januari 1963 vertrok Mi Amigo vanuit Brest naar Galveston, Texas, waar haar Amerikaanse eigenaren van plan waren om haar om te vormen naar een luxe jacht. Ze arriveerde hier op 4 maart. Naar verluidt zond de Mi Amigo korte tijd uit terwijl ze verankerd was in Galveston. De studio's en zenders werden hier verwijderd als voorbereiding op de voorgenome verbouwing tot een jacht.
Een eerder voorgenomen aankoop door Project Atlanta Ltd, onder leiding van Allan Crawford, was niet door gegaan omdat financiers aarzelden om in het project te investeren als gevolg van de sluiting van Radio Mercur. Het duurde daardoor tot december 1963 voordat Crawford over de benodige financiële middelen beschikte en het schip kon aankopen. De Mi Amigo vertrok op 28 december 1963 vanuit Galveston naar Las Palmas, Spanje, waar ze arriveerde op 30 januari 1964. Op 5 februari 1964 kwam ze aan in Ferrol, Spanje, waar reparaties plaats vonden, inclusief werk gericht op het verbeteren van haar stabiliteit. Op 15 februari 1964 vertrok ze vanuit Ferrol naar Corunna, waar ze op 28 februari 1964 aankwam. Op 3 maart 1964 vertok ze baar naar Greenore, Ierland, waar een 141 voet (43 m) nieuwe zendmast moest worden geplaatst. Een late oplevering van deze mast betekende dat ze pas op 28 maart 1964 Greenore verliet en richting de Theems monding vertrok
Op 21 april 1964 kwam het schip bij Land's End in een storm terecht en raakte de mast beschadigd. De reparatie werd uitgevoerd op zee voor de kust van Falmouth. Op 27 april 1964 arriveerde de Mi Amigo bij Frinton-on-Sea en begon met uitzenden onder de naam Radio Atlanta. Deze uitzendingen leidden tot klachten van de General Post Office dat het de communicatie stoorde. Als gevolg hiervan trok Panama de registratie van het schip op 7 mei 1964 in. Op 2 juli 1964 ging Radio Atlanta samen met Radio Caroline. Vanaf de Mi Amigo werd er vanaf dat moment uitgezonden onder de naam Radio Caroline South.
Op 20 januari 1966 brak bij windkracht 8 de ankerketting van de Mi Amigo en begon het schip te drijven. Dit bleef onopgemerkt door de bemanning, die een programma over de zanger Donovan aan het kijken waren. Toen Dave Lee Travis aan dek ging om de tv-antenne aan te passen merkte hij dat het schip dicht bij de kust was. De Mi Amigo liep bij Frinton-on-Sea op het strand. De bemanning, waaronder de dj's Tony Blackburn, Tom Lodge en Graham Webb, werden naar het politiebureau van Walton-on-the-Naze gebracht, waar werd meegedeeld dat zij als schipbreukelingen en noodlijdende zeelieden werden beschouwd en recht op gratis vervangende kleding hadden. Een winkelier werd overgehaald om vroeg te openen zodat de bemanning gekleed konden worden en accommodatie werd voor hen geregeld in een hotel.
Omroepgeschiedenis
De volgende radiostations hebben uitgezonden vanaf het schip. Korte periodes van onderbreking vanwege technische problemen en strandingen zijn genegeerd. Het binnengaan, verslepen en aanleggen in havens zijn niet verwerkt in onderstaande tabel.
Radiostation | Van | Tot |
---|---|---|
Radio Nord | 8 maart 1961 | 30 juni 1962 |
Radio Atlanta | 9 mei 1964 | 2 juli 1964 |
Radio Caroline | 3 juli 1964 | 3 maart 1968 |
Radio 199 | 18 december 1972 | 21 december 1972 |
Radio Caroline | 22 december 1972 | 30 december 1972 |
Radio Caroline | 2 januari 1973 | 14 juli 1973 |
Radio Veronica | 11 april 1973 | 20 april 1973 |
Radio Atlantis | 15 juli 1973 | 18 oktober 1973 |
Radio Seagull | 24 juli 1973 | 18 oktober 1973 |
Radio Mi Amigo | 28 december 1973 | 20 oktober 1978 |
Radio Seagull | 7 januari 1974 | 22 februari 1974 |
Radio Caroline | 23 februari 1974 | 20 oktober 1978 |
Radio Caroline | 15 april 1979 | 19 maart 1980 |