Maunsell forten: verschil tussen versies
Regel 57: | Regel 57: | ||
== Referenties == | == Referenties == | ||
* {{Citation | |||
| last = Turner | |||
| first = Frank R. | |||
| title = The Maunsell Army Sea Forts of the Thames Estuary | |||
| publisher = Gravesend | |||
| year = 2001 | |||
| isbn = 1-901132-14-5 | |||
}} | |||
* {{Citation | |||
| last = Turner | |||
| first = Frank R. | |||
| title = The Maunsell Sea Forts | |||
| publisher = Gravesend | |||
| year = 1996 | |||
| isbn = 0-952430-30-4 | |||
}} | |||
<references/> | <references/> | ||
[[Categorie:Bouwwerk]] | [[Categorie:Bouwwerk]] |
Versie van 4 feb 2012 17:52
De Maunsell forten (eng: Maunsell Forts of Maunsell Sea Forts) zijn een groep kunstmatige platformen en torens, die tijdens de tweede wereldoorlog door Britse militairen voor de Engelse oostkust in het ondiepe water van de Theemsmonding en aan de westkust in de Merseymonding gebouwd werden. De naam verwijst naar de constructeur van deze bouwwerken, de architect Guy Maunsell.
Niet alle vestingen zijn bewaard gebleven. Vandaag de dag bestaan alleen nog Roughs Tower, Red Sands, Shivering Sands en Knock John. De platformen en torens kregen na het militaire gebruik bekendheid doordat verscheidene werden gebruikt als zeezender. Later kreeg Roughs Tower grote bekendheid. De toren werd in 1967 bezet door een groep rondom Paddy Roy Bates en tot onafhankelijk Prinsdom Sealand verklaard.[1]
Planning
De architect Guy Maunsell had al zeer vroeg het idee zeevestingen als kustverdediging in te zetten en reikte de Britse admiraliteit al direct aan het begin van de oorlog talrijke ontwerpen aan. Hij kreeg echter pas in oktober 1940 de opdracht concrete plannen tot een nieuwsoortige zeevesting te ontwerpen. Deze zouden zich in de Theemsmonding laten verslepen en op de gewenste positie verzinken laten. Op de boven het wateroppervlak uitstekende deel zou vervolgens een langdurige bezetting gestationeerd kunnen worden om de zuidkust tegen zee- en luchtaanvallen te beschermen.
Het daarvoor door Maunsell gemaakte ontwerp voorzag om een drijvend ponton als basis te gebruiken en deze met beton te versterken. Daarmee bleef de constructie drijvend. Op de gewenste plek zou de ponton dan met zeewater overspoeld worden, zodat de constructie naar de zeebodem afzinkt. Het beton zou de klap moeten afdempen en tegelijkertijd zorgen voor een vaste inbedding in de zeebodem.
Het werk begon eerst onder de naam Thames Estuary Special Defence Units (TESDU), later kregen de constructies de codenaam Uncle (U) en werden achtereenvolgens doorgenummerd. De langere naam zijn afkomstig van de zandbanken waarop de forten geplaatst werden.
Maunsell marine forten
Maunsell kreeg de opdracht tot het ontwerpen van vijf verdedigingsplatformen voor de Royal Navy. Deze zouden lijken op de eerste plannen, echter wel met de toevoeging van zwaar afweergeschut en de mogelijkheid tot het onderbrengen van 100 manschappen en voorraad voor meer dan een maand. De opdracht was de Duitse Luftwaffe verhinderen tot het leggen van mijnen in de scheepsvaartroutes naar Londen en alle pogingen daartoe te melden. Al deze vestingen rusten op een ponton op de zeebodem die versterkt is met beton. Daarbovenop staan twee holle betoncylenders, die van binnen met meerdere verdiepingen zijn geconstrueerd. Boven op de cylenders een relatief eenvoudig platform, die met altijd twee 3.7"-(94 mm)-MK2c-afweergeschut en twee 40mm-Bofors vliegtuigafweergeschut uitgerust waren.
Van de oorspronkelijk geplande vijf forten werden er echter om onbekende redenen slechts vier gebouwd.
- (U1) Roughs Tower werd op 11 februari 1942 op de zandbank Rough Sands geplaatst. 51° 53′ 40″ N, 1° 28′ 57″ O
- (U2) Sunk Head Tower, bij gelegenheid ook schertsend als Churchill One genoemd, volgde begin juni 1942. 51° 46′ 51″ N, 1° 30′ 21″ O
- (U3) Tongue Sands werd op 17 juni 1942 opgeleverd en tien dagen later in positie gebracht. 51° 29′ 55″ N, 1° 22′ 11″ O
- (U4) Knock John Tower was op 16 juli 1942 klaar en bereikte zijn positie op 1 augustus 1942. 51° 33′ 42″ N, 1° 9′ 40″ O
Maunsell landmacht forten
In aansluiting op de voltooiing van de vestingen voor de marine kreeg Maunsell ook een vervolgopdracht. Hij diende voor de Britse landmacht zes nieuwe constructies te ontwerpen, waarvan er elk drie voor de monding van de Theems en Mersey voorzien waren. Ze zouden direct als luchtafweer van Duitse bommenwerpers dienen, die een bedreiging vormden voor de stroomopwaarts gelegene scheepswerfen.
Zijn ontwerp voorzag uiteindelijk voor elke vesting in zeven torens met twee verdiepingen, die met een overspanning met elkaar verbonden werden. Een commandotoren die werd omgeven door vier torens met MK6-3.7"-kanonnen, daarnaast nog een toren met twee 40mm-Bofors-afweergeschut en iets verder afgelegen een toren met zoeklicht. De torens konden op deze manier het schema van de luchtafweer op het land nabootsen. Opnieuw op een constructie met pontons teruggrijpen was echter niet mogelijk, omdat de zandbank zich vanwege de invloed van het getij te sterk veranderde. Maunsell moest een nieuwe sokkel ontwerpen die de beweging van het zand toeliet, zonder dat daarbij de positie van de torens te sterk veranderde.
De bouw van de drie nieuwe vestingen in de Theemsmonding begon in augustus 1942 en tot december 1943 werden alle torens op hun bestemming geinstalleerd.
- (U5) Nore, tussen mei en juli 1943. 51° 25′ 45″ N, 0° 50′ 0″ O
- (U6) Red Sands, tussen juli en november 1943. 51° 28′ 6″ N, 0° 59′ 6″ O
- (U7) Shivering Sands, tussen september und december 1943. 51° 29′ 57″ N, 1° 4′ 29″ O
Drie andere forten plaatste men volgens plan in de monding van de Mersey.
Tijdlijn
In de volgende jaren gingen meerdere platformen verloren:
- Op 1 maart 1953 werden twee torens van Nore door een botsing van het Zweedse schip Baalbeck beschadigd. Nadat in 1954 ook Mairoula M met Nora botste, vond men de overgebleven torens een gevaar voor de scheepvaart. Tot 1960 werden de bouwwerken gedemonteerd en voor de kust bij Alpha Wharf, Kent gesleept, waar ze tegenwoordig nog te zien zijn. De funderingen werden opgeblazen.
- Op 7 juni 1963 ramde de kustvaarder Ribersborg met het fort Shivering Sands, waardoor een toren beschadigde.
- Sunk Head werd in de jaren '60 afgebroken, kort na de bezetting van Rough Sands. Vermoedelijk om een volgende bezetting te verhinderen.
- Tongue Sands stortte in 1996 bij een storm ineen, nadat het al lange tijd beschadigd was.
Van 1964 tot 1967 bezetten meerdere zeezenders de verlaten platformen:
- Op 27 mei 1967 startte Screaming Lord Sutch met Radio Sutch vanuit een toren van Shivering Sands.
- Vanaf Red Sands zendden achtereenvolgens Radio Invicta, later in KING radio hernoemd, voordat Ted Allbeury met het professionelere Radio 390 verder ging. De Danger Man-aflevering "Not-so-Jolly Roger" werd in 1966 gedeeltelijk op Red Sands gedraaid en het filmteam bedankt Radio 390 in de aftiteling. Red Sands bevind zich momenteel in privébezit.
- Een groep radio-enthousiasten richtten Radio Tower op vanaf Sunk Head. Het project kon echter het hoofd niet boven water houden en gaf na enkele maanden weer op.
- Paddy Roy Bates veroverde Knock John van de eigenaren van Radio City, die er van afzagen daarheen te verhuizen, en zond vanaf oktober 1965 Radio Essex, later hernoemd in Britain's Better Music Station, uit tot en met 25 december 1966.
Roughs Tower wordt sinds 1967 door Paddy Roy Bates, de voormalig eigenaar van Radio Essex, bezet. Hij richtte het Prinsdom Sealand op. Het project Seatribe probeert de andere platformen, die ondertussen afgebroken zullen worden, te redden.[1]
Externe links
Referenties
- Turner, Frank R. (2001), The Maunsell Army Sea Forts of the Thames Estuary, Gravesend, ISBN 1-901132-14-5
- Turner, Frank R. (1996), The Maunsell Sea Forts, Gravesend, ISBN 0-952430-30-4
- ↑ a b "History Of Sealand", Sealand, http://www.sealandgov.org/history, geraadpleegd op 4 februari 2012